Archive for March, 2012
Riptide GP
Riptide is een jet ski-racer zoals zovelen. Je kunt verschillende modi spelen (losse race, kampioenschap, time trials) en kiest vervolgens de klasse en je favoriete jet ski. Direct daarna kun je los op het water en zodra het startschot heeft geklonken wordt duidelijk waarom Nvidia deze game veel promoot als ze het hebben over hun Tegra 3-chips.
In Riptide komen de watereffecten namelijk vrij natuurgetrouw over. Golven hebben echt impact op de besturing van je jet ski en als je na een sprong weer in het water landt, zit je scherm vol druppels die langzaam naar beneden lopen. Erg indrukwekkend!
Het water is overigens niet het enige dat zorgt voor een mooie grafische game. De omgevingen zien er ook strak uit. Het is alleen wat jammer dat de levels op het gebied van design een beetje suf zijn. Er is niet echt veel afwisseling in de levels en tijdens de race heb je geen idee in welk circuit je nu zit. Maar goed, de watereffecten zijn dus wel erg sterk!
Qua besturing is Riptide op twee manieren te spelen. De eerste manier is via het kantelen van je tablet, via motion controls dus. Dit werkt prima zo lang je niet te veel uitslaat met bewegen. Gewoon subtiel sturen en je zoeft als een haas over het water. De tweede manier is door middel van het koppelen van een controller aan je tablet. Dit is vooral handig als je de tablet op je tv aansluit. Kies je hiervoor dan krijg je een heuze console-ervaring en kun je lekker onderuit gezakt vanaf de bank gamen op je HD-tv. Dit belooft veel goeds voor de toekomst aangezien tablets snel in de buurt van de huidige consoles komen. Voor nu is dat echter een heel andere discussie en zal Riptide door het gros van de gamers gewoon direct op het tablet gespeeld worden.
Inhoudelijk wordt er genoeg aan de speler aangeboden. Er zijn verschillende moeilijkheidsgraden die gelijklopen met de motorinhoud van de jet ski. Er zijn daarnaast zes verschillende tracks die in twee richtingen gereden worden. Wil je alles op goud halen race je dus minimaal 36 races wat voor een game van zo’n twee euro genoeg waarde biedt.
Riptide is geen bijzondere racegame en misschien zelfs een beetje saai na een aantal races. Toch is het een game die je gezien moet hebben vanwege de watereffecten. Voor het eerst sinds WaveRace 64 ben ik zo onder de indruk van watereffecten in een game. Niet omdat het de mooiste ooit zijn, maar puur vanwege het feit dat dit kan op een dergelijk klein apparaat.
Shadowgun THD
Jij speelt John, een kale spacemarine met veel te brede armen en je bent de meest beruchte premiejager in dit sterrenstelsel. Je missie is het oppakken van Dr. Simon, een gestoorde geleerde die leiding geeft aan een leger mutanten. In de zoektocht naar Simon infiltreer je zijn basis alwaar mutanten, robots en gigantische eindbazen je opwachten. Tijdens je missie word je bijgestaan door S.A.R.A., een persoonlijke digitale assistent met een hoge AI.
Tot zo ver dus niets nieuws. Het verhaal en de samenwerking met S.A.R.A. doen ook wat denken aan Master Chief en Cortana in de Halo-franchise. Het uiterlijk van John en de gameplay lijken weer direct gekopieerd van Gears of War, zeker als je te horen krijgt dat het enorm belangrijk is om dekking te zoeken. Van achter obstakels kun je relatief veilig je vijanden uitschakelen.
Een belangrijk onderdeel van de game is de besturing en aangezien die een shooter op een tablet zonder knoppen is had ik vooraf mijn bedenkingen. Battlefield Aftershock was namelijk een drama en die game is inmiddels uit de online winkels voor iOS gehaald. Shadowgun bewijst echter dat het wel kan werken. Op het scherm worden twee analoge sticks nagebootst en de plaatsing is daar waar jij je duim neerzet. Met je linkerduim beweeg je en met je rechterduim kijk je rond. Je kunt daarnaast ook richten en schieten tegelijk met je rechterduim door deze iets te verplaatsen. Schiet je eenmaal dat snapt de game dat bewegingen met je rechterduim richten betekent en kun je blijven schieten. Opdrachten, zoals het openen van een deur, komen op de plek van de schietknop te zitten als je deze kunt uitvoeren. En dat was het. Je hoeft nergens rare strepen over het scherm te zetten of te wiebelen met je tablet. Gewoon standaard controls die prima worden nagebootst op het scherm.
Aangezien de game op het gebied van gameplay en verhaal niets nieuws doet moeten ze proberen op andere gebieden uit te blinken. Ze proberen dit met het uiterlijk van de game die in deze THD-versie speciaal een upgrade heeft gekregen voor de Tegra 3-tablets en smartphones. De game zag er al prima uit in zijn eerste versie, maar nu is het allemaal net wat mooier.
Zo zijn er watereffecten toegevoegd en meer bewegende onderdelen. Er hangen bijvoorbeeld her en der kettingen die reageren op kogels of langslopende vijanden. Ook zijn er vlaggen en gordijnen die realistisch wapperen. Het geheel is vrij indrukwekkend voor een mobiel apparaat van nog geen centimeter dik.
Het enige nadeel is dat sommige gebieden wat donker zijn wat in combinatie met sommige schermen niet helemaal handig zal zijn. Dit is echter vaak op te lossen door de helderheid van het scherm aan te passen, of in een wat donkerdere ruimte te gaan spelen. Buiten in de zon zie je helemaal niets in de donkere kamers.
Shadowgun is één van de meest standaard shooters die je kunt spelen en doet helemaal niets nieuws op het gebied van gameplay. Gelukkig speelt het gewoon lekker weg, ondanks dat er geen knoppen zijn. Bovendien is het een perfecte game om je nieuwe tablet mee te showen aan al je vrienden. Ze zullen onder de indruk zijn dat dit kan met zo’n dun apparaat!
Asus Transformer Prime TF201
Het eerste dat me opviel toen ik de Transformer Prime uit de doos haalde was de temperatuur. Het ding was ijskoud dankzij de buitentemperatuur en het feit dat de metalen behuizing de temperatuur dus goed geleidt. Het tweede dat me opviel was het gewicht. Omdat het toetsenbord van de Transformer Prime vastgeklikt zit is het geheel in eerste instantie zwaarder dan je denkt.
De bouwkwaliteit is uitstekend en met name de finish van de bovenkant is erg mooi. Het metaal is in cirkelvorm geborsteld wat zorgt voor een strak uiterlijk. Het kliksysteem tussen toetsenbord en tablet is ook stevig en na tig keren vast- en losmaken zijn er nergens krasjes te vinden op de glasplaat.
Zodra je de tablet aanzet ben je in een minuutje startklaar en het eerste dat ik ging doen was naar Google Play gaan om apps te downloaden. Daar draait het immers allemaal om tegenwoordig, apps. Wordfeud, Draw Something en wat andere algemene apps als NOS Teletekst en Facebook. Alles was vrij snel binnen en werkte als een zonnetje. Wat betreft de user interface merk je overigens niet echt dat je op Android 4 zit, wat mij betreft had het net zo goed Android 2 kunnen zijn. Het OS kent geen vooruitgang daarin en het zal voor de innovatie goed zijn als er straks Windows 8-tablets zijn. Maar dat is een andere discussie.
Naast Google Play is er op de Transformer Prime ook een aparte marketplace voor speciale Tegra 3-apps. De Tegra Zone toont nieuws, binnenkort te verschijnen apps en alle apps die gericht zijn op de Tegra 3-chip, de eerste quad core cpu in Android-tablets. Erg handig als je snel toegang wilt tot de unieke apps (vooral games) voor je krachtige tablet.
Het toetsenbord van de Transformer Prime doet zijn werk en de combinatie toetsenbord en touchscreen werkt erg fijn. Je kunt tevens gebruikmaken van het touchpad zoals bij een echte laptop, maar ik merkte dat het touchscreen meer gebruikt werd. Veel intuïtiever!
Naast de quad core Tegra 3 cpu (1,4 Ghz) bezit de krachtpatser van Asus ook 1GB RAM, 32GB opslaggeheugen, een 8MP-camera die prima foto’s maakt, de gebruikelijke WiFi-verbindingen en een 10,1″ scherm met een resolutie van 1280 x 800 pixels. Qua aansluitingen heb je HDMI-out, micro-SD, SD, USB en een audio-jack. De batterij gaat zo’n vijf tot tien uur mee, afhankelijk van wat je ermee doet. Fanatiek gamen met een hoge helderheidssetting kost uiteraard veel meer dan een potje Angry Birds. Het toetsenbord heeft een eigen batterij die de totale batterijduur ongeveer verdubbelt als je deze koppelt. Naast meer typgemak heb je dus ook een extra batterij, handig!
Het geheel zorgt op papier voor één van de krachtigste tablets op de markt wat vooral op het gebied van games interessant blijkt. In de onderstaande screenshots zie je het verschil dat de cpu kan maken als games geoptimaliseerd worden voor gebruik op een Tegra 3-cpu. Apple beweert overigens dat de A5X-cpu in de nieuwe iPad tot vier keer zo snel is als een Tegra 3, maar dat ligt maar net aan de manier van meten. Wij hebben dit helaas nog niet zelf kunnen vergelijken.
De games zien er dankzij het heldere scherm echt fantastisch uit. Ook de opties om extra helderheid aan (of uit) te zetten zorgen er voor dat je altijd perfect zicht hebt op wat er gebeurt. Alleen buiten in de zon blijft het een drama, maar dat is met alle tablets en smartphones zo helaas. Het is trouwens aardig om op te merken dat de e-readerfunctionaliteiten vrij aardig zijn. Zet het scherm op een donkere stand en je kunt best lang lezen zonder vermoeide ogen te krijgen. Een Prime is niet echt een vervanging van een Kindle, maar als extra functie voldoet hij wel.
Voor een tablet die zich richt op games heeft het ding helaas wel een erg slechte en eenzame speaker. Geen stereo geluid dus tenzij je met koptelefoon speelt, iets wat Dead Space vooraf al aangeeft. Ook tijdens het afspelen van media en muziek kun je beter een koptelefoon gebruiken. Dit probleem komt nog steeds veel te veel voor en is inherent aan de dikte van de tablets. Toch hoop ik dat er ooit nog een tablet komt waar wel écht goed geluid uit komt.
Uiteraard kent het apparaat ook minpunten. Er zijn/waren bijvoorbeeld veel klachten met betrekking tot de GPS-functionaliteiten en Asus heeft in een officiële verklaring zelfs gezegd dat het apparaat geen vervanging is voor een stand alone navigatiesysteem. Nu heb ik niet in een auto rondgereden om dit te testen (Danny sponsort nog steeds geen auto voor de crew helaas) maar in mijn achtertuin had ik in enkele seconden ontvangst en werd mijn locatie nauwkeurig weergegeven. Ook rondom het gebouw lopen leverde geen problemen op.
Een minpunt dat ik wel kon constateren was een matige WiFi-ontvangst. Zodra ik meer dan een meter of vijf van de router zat, één verdieping hoger, werd het signaal zeer slecht. In de kamer recht boven de router had ik minder last van een matig ontvangst maar in de woonkamer was het niet best. Mijn telefoon, Wii en Vita hebben allen geen problemen op deze locatie.
Ook had ik af en toe vastlopende apps, maar hier is het altijd de vraag of dit komt door het OS of door de hardware. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de wat oudere apps moeite hebben met Android 4 en andersom, maar het blijft vervelend als je voortgang in een game kwijt bent door een crash. In de drie weken dat ik met de Prime heb gespeeld had ik zo’n vier echte crashes en één app die niet wilde downloaden (Dead Space welke drie dagen later ineens wel gedownload was). Niet echt super veel gezien het intensieve gebruik, maar wel het vermelden waard.
De Asus Transformer Prime is een puike tablet die in een handomdraai in een laptop te veranderen is. Voor huis-tuin-en-keukengebruik is het een uitstekend apparaat. Op de bank gebruik je het als all round tablet en aan je bureau is het een laptop waarmee je nagenoeg alles kunt doen.
Dankzij de specificaties, met name de Tegra 3-chip, kun je daarnaast hoge prestaties verwachten in grafische apps als games. Wat mij betreft is de Transformer Prime de meest geschikte keus als je een Android-tablet wilt voor thuis. Enkel degenen die onderweg gebruik willen maken van netwerkfeatures komen bedrogen uit, er is namelijk geen 3G-variant.
Mario Party 9
Als Mario Party-veteraan keek ik vol enthousiasme uit naar nummertje 9. Het is immers al weer veel te lang geleden dat 8 verscheen en die viel toen ietwat tegen doordat het nog steeds dezelfde game was als voorheen, maar dan met zwaai-besturing. Met het nieuwste deel gooit Nintendo het deels over een nieuwe boeg en er zijn eindelijk eens flink wat vernieuwingen.
Laten we echter even beginnen bij het begin. Mario Party is een digitaal ganzenbord met verschillende personages uit de wereld van Mario. Naast het gooien van een dobbelsteen en jezelf over vakjes verplaatsen speel je tussendoor verschillende minigames. Alle voorgaande delen waren wat dat betreft hetzelfde en de enige vernieuwing die er was, was afwijkende besturing (controller vs. stylus vs. Wiimote) en andere minigames. Toen we eenmaal bij het achtste deel waren aanbeland had iedereen het wel gezien en toen heeft Nintendo de serie een tijdje in de ijskast gezet.
Tot nu, want nu is Mario weer terug om feest te vieren en is er behoorlijk wat veranderd wat betreft de manier waarop je de game speelt. Weg zijn namelijk de grote sterren en muntjes om die sterren te kopen. In Mario Party 9 verzamel je ministerren. Deze liggen op willekeurige plekken op het bord en zijn te verdienen in minigames. De ministerren zijn wat dat betreft vergelijkbaar met de munten uit de eerdere delen, maar je kunt er verder niets mee behalve er zo veel mogelijk verzamelen. Het heeft geen groter doel.
Combineer dit gegeven met het feit dat je je nu met vier personen in één voertuig over het bord verplaatst en je hebt een veel minder tactische game. In eerdere delen moest je altijd goed nadenken over de route en het gebruik van je verzamelde munten. Nu volgt iedereen dezelfde route en is er niets over qua tactiek. Het enige dat je kunt doen is proberen de steeds wisselende bestuurder van het autootje een slechte gebeurtenis te laten meemaken waardoor hij sterren verliest. Dit is echter vooral willekeurig en helemaal niet goed te plannen. Je wordt dus flink in je vrijheid beperkt in Mario Party 9 in vergelijking met eerdere delen.
Een ander minpunt is het feit dat er veel minder vaak een minigame gespeeld wordt. Voorheen was er na elke ronde een minigame en nu gebeurt het willekeurig bij sommige vakjes. Er zijn nog maar twee vaste punten waar je een minigame speelt en dat zijn meteen boss fights. Een speelbord bestaat namelijk uit twee delen, elk met een slechterik uit het Mushroom Kingdom op het eind. In een dergelijke minigame neem je het bijvoorbeeld op tegen Bog Bomb Omb of tegen King Thwomp.
Er zijn in totaal twaalf eindbazen, inclusief Bowser en Bowser Jr. die op een vrij te spelen bord zitten. Wat betreft speelbare personages heb je ook keus uit twaalf personages, inclusief Shy Guy en Kamek, die je via singleplayer moet vrijspelen. Donkey Kong en Diddy zijn niet speelbaar maar komen als soort eindbaas langs op hun eigen speelbord. Het aantal vrij te spelen personages, borden en andere extra’s is goed gebalanceerd. Je hoeft niet een miljoen potjes te spelen maar na een stuk of vijf heb je alles wel gehaald. Het is alleen wel jammer dat je verplicht wordt om singleplayer te doen, want Mario Party draait om spelen met vrienden.
De minigames die je speelt zijn gelukkig wel allemaal van uitstekende kwaliteit. Er is heel veel variatie en er wordt gebruikgemaakt van alle mogelijke Wii-bersturingen. Je hoeft niet alleen te zwieren en zwaaien, maar ook bijvoorbeeld je controller horizontaal vasthouden en een platform-achtige minigame spelen. De grote afwisseling zorgt er voor dat je echt uitkijkt naar het moment dat je het weer direct tegen je tegenstanders kunt opnemen.
De snelheid van een potje Mario Party is flink omhoog gegaan. Doordat je nu echt werkt naar een eind en niet een verplicht aantal ronden speelt is het veel sneller afgelopen. Het feit dat je allemaal in hetzelfde karretje over het speelbord beweegt helpt daar ook bij.
Helaas, Mario Party 9 is niet geworden wat het had kunnen zijn. De game biedt nu veel te weinig vrijheid voor jou als speler waardoor je niet de drang hebt om écht je best te doen. Door het lage aantal minigames dat je in een potje speelt heb je daarnaast bovendien het idee dat het allemaal veel te snel voorbij is.
De nieuwe spelers, waarbij dit het eerste deel wordt dat ze spelen, hebben dit gevoel misschien wat minder. In dat geval kun je een punt bij de score optellen en je wat minder aantrekken van mijn ‘vroeger was het beter’-verhaal en je focussen op de toffe minigames. De game is namelijk helemaal niet slecht of iets dergelijks, maar het is niet meer de Mario Party van vroeger. Achteraf gezien is Mario Party 8 misschien dus wel beter dan ik vijf jaar geleden riep… [6]
Shinobido 2 – Revenge of Zen
Shinobido vertelt het epische verhaal van ninja Zen die op zoek is naar een magische spiegel. Met deze spiegel kun je uiteindelijk je overleden vriendin terughalen uit de dood. Althans, zij is dood en je wil heel graag die spiegel. Dus wederopstanding zal wel de reden zijn, dit wordt in de cutscenes helemaal niet duidelijk verder.
In dit groots opgezette avontuur krijg je daarnaast opdrachten van drie verschillende groeperingen die de macht willen grijpen. Kies je voor een missie van A, bijvoorbeeld het omleggen van een koopman van B, dan kun je direct daarna gewoon een missie aannemen van B en exact hetzelfde doen bij A. Dit is complete onzin natuurlijk, want het interesseert geen enkele groepering ook maar iets dat je ze half uitgemoord hebt. Ze blijven je opdrachten aanbieden.
De hele opzet van de game bestaat trouwens puur uit het selecteren van missies. Er is geen overkoepelende stad of wereld. De missies zijn daarnaast ook nog eens extreeeeem kort. Soms heb je binnen tien seconden de missie al uitgespeeld zonder ook maar één keer met je ogen te knipperen. De opdrachten die je krijgt zijn verder ook totaal niet gevarieerd: leg een persoon om, steel iets of moord alle vijanden uit. Steeds weer hetzelfde.
Dit verveelt natuurlijk heel snel en de enige reden dat ik door bleef spelen was om de game een kans te geven. Want de setting is best tof en je hebt dankzij de vele aanvalsmogelijkheden het idee dat je iedereen aan kan, wat bijdraagt aan een goed gevoel over de game. Het slaat echter om als je binnen tien missies al drie keer hetzelfde personage hebt omgelegd. Alle koopmannen zien er namelijk hetzelfde uit, ongeacht bij welke groepering ze horen.
Alles wat er tot nu toe over de game geschreven is klinkt niet echt positief. Maar dit is nog lang niet het ergste… Nee, de besturing is namelijk het meest dramatische onderdeel van allemaal. De problemen met de besturing bestaan uit twee delen, het eerste deel is een zwieberende camera en het tweede deel is de willekeur van het lock on-systeem. De camera staat erg laag en dicht op de actie waardoor je geen goed overzicht krijgt en vanwege het rare lock on-systeem is het compleet onduidelijk of jouw aanvallen een vijand wel of niet gaan raken. Enkel de one-hit-kills werken, maar daarvoor moet je te allen tijde als een echte sluipmoordenaar te werk gaan en tegen eindbazen zijn die tactieken nutteloos. Meer dan eens begon ik een combo tegen een boom in plaats van tegen mijn target.
Verderop in de game krijg je nog de controle over een ander personage naast Zen. Deze jongedame voegt echter niets toe en er is geen reden om met haar te spelen. Tegen de tijd dat je haar vrijspeelt heb je de game sowieso wel gezien en laat je het voor wat het is. Van alle launchgames voor Vita die beschikbaar zijn is dit verreweg de minste. Het is zelfs één van de slechtste games die ik de laatste jaren gespeeld heb. Koop deze game gewoon niet, het is zonde van je geld, je tijd en je Vita. [2]
Super Stardust Delta
Super Stardust is een twin stick shooter wat inhoudt dat je je met het linker pookje voortbeweegt en met het rechter pookje om je heen kunt schieten. Tijdens het spelen komen er van alle kanten vijanden en meteoren naar beneden vallen die jij kapot moet schieten en aan het eind van een level heb je een eindbaas. De opzet kan niet simpeler maar is o zo verslavend.
Nieuw in Delta is een kleurensysteem dat overeenkomt met bijvoorbeeld Ikaruga of Outland. De kleuren dit keer zijn rood (vuur) en blauw (ijs). Elke kleur wapen is geschikt voor dezelfde kleur vijand. In eerste instantie komt dit wat vreemd over want je zou juist denken dat een vuurwapen sterker is tegen een ijsvijand dan een ijswapen. Maar goed, een kniesoor die daar op let.
Naast de standaardwapens, die sterker worden naarmate je meer upgrades verzamelt, heb je ook nog drie gelimiteerde speciale aanvallen. Dit zijn doelzoekende raketten, een emp-bom en een zwart gat. Afhankelijk van de situatie waarin je jezelf bevindt kun je kiezen voor één van de drie al hield ik het vooral op de bommen.
Qua besturing kun je kiezen voor twee opties: Delta en Pure. Met Delta heb je alle toeters en bellen die mogelijk zijn op een Vita, dus inclusief motion controls, touchscreen besturing en touchpad aanrakingen. Deze worden gebruikt voor de speciale wapens, of het aanpassen van het camera-standpunt. Ben je daar niet zo van gediend, dan kun je kiezen voor Pure; wat betekent dat je de standaardbesturing krijgt zoals op bijvoorbeeld PlayStation 3, zonder gekkigheid.
Naast de standaardmode waarin je vijf levels op vijf planeten afwerkt zijn er een aantal minigames te spelen. Hierbij zitten een aantal variaties op het klassieke Stardust-thema en speel je bijvoorbeeld in first person, of ga je sjoelen met je starship. Persoonlijk vind ik geen enkele minigame de moeite waard om te spelen en hadden ze wat mij betreft een paar extra planeten in de game mogen stoppen.
Conclusie
Met Super Stardust Delta is er direct een fantastische downloadbare game beschikbaar voor PlayStation Vita. Voor de acht euro die de game kost kan je hem echt niet laten liggen en ben je eigenlijk verplicht om hem aan te schaffen. Over drie jaar zul je nog steeds af en toe een potje Stardust spelen en dankzij de drie euro kostende DLC krijg je extra uitdaging en meer modes. Heel dikke aanrader dit!
Nokia 808 PureView
Als eerste had Nokia een drietal nieuwe S40-toestellen. S40 is een erg simpel operating system dat gebruikt wordt voor goedkope toestellen waarmee je in beperkte mate kunt internetten en gamen. Een soort ‘smartphone lite’ zeg maar. De drie toestellen vallen allemaal in de Asha-lijn en bieden internet, whatsapp, email, Angry Birds en hebben allemaal fysieke knoppen. De prijzen blijven onder de 100 euro wat ze zeer geschikt maakt voor de mensen die vooral ‘gewoon willen bellen en sms-en’.
Deze toestellen van Nokia zijn voor mij echter niet interessant. Interessant waren de aankondigingen in de Lumia-lijn, toestellen met Windows Phone dus. Als eerste werd bekend dat de Lumia 900 ook naar Europa komt. Deze 900 is de grote broer van de 800 en heeft een groter scherm, gyroscoop, front camera en sterkere batterij. Langzaam maar zeker worden die Lumia’s steeds interessanter en komen er meer en betere features in de telefoons.
Een goede ontwikkeling voor zowel Nokia als Windows Phone is de aankondiging van Nokia Lumia 610. Dit model draait een versie van Windows Phone die minder eisen stelt aan de hardware waardoor de telefoons goedkoper worden (189 euro!). Goedkopere telefoons betekent een groter bereik, met meer verkopen en dus een groter marktaandeel. Erg belangrijk in deze fase van een levenscyclus van een OS als Windows Phone. Door de minder krachtige hardware bestaat er wel de mogelijkheid dat niet alle apps even goed draaien. Dit is wel iets om in de gaten te houden als je deze telefoon in gedachten hebt (zoals ik op dit moment), daar is echter nu nog niets over te zeggen ondanks de belofte van Microsoft om de fragmentatie tot een minimum te beperken.
De meeste interessante aankondiging die Nokia deed was die van de Nokia 808 PureView. Deze telefoon is de opvolger van mijn Nokia N8 en dat betekent dus dat de focus op de camera ligt. Dit keer kiest Nokia voor een verbluffend aantal van 41 megapixels. An sich is dit een belachelijk aantal natuurlijk en zeggen megapixels niets over de kwaliteit van een foto aangezien de kwaliteit en specificaties van de lens bijvoorbeeld veel belangrijker zijn.
Exacte details over de techniek laat ik overigens achterwege nu, hoe het werkt is veel minder belangrijk dan het feit DAT het werkt. Het enige dat misschien wat jammer is, is het feit dat een 808 zal draaien op Nokia Belle, Symbian dus. Tevens lijkt het er op dat het toestel niet in Nederland verkocht gaat worden daar Nokia Nederland zich richt op Windows Phone. Hierdoor is het hardwarematig een simpel toestel en is de schermresolutie niet meer van deze tijd. Desalniettemin is het een telefoon die ik serieus overweeg. Symbian is een zeer compleet OS dat onwijs veel vrijheid biedt en heerlijk vertrouwd blijft.
Websites als Tweakers en Nu.nl hebben al over de 808 geschreven en zijn ook onder de indruk. Of ikzelf voor de 808 ga weet ik nog niet. Belle is een prima OS voor wat ik wil en de camera is awesome. Windows Phone heeft echter als pluspunt de Xbox- en Windows 8-integratie. Gelukkig hoef ik pas in september te kiezen!
F1 2011 Vita
Over een aantal weken start het nieuwe F1-seizoen en het voelt daarom een beetje stom om nu nog een game te gaan spelen die gebaseerd is op het seizoen van vorig jaar. Zeker omdat F1 2011 voor PlayStation Vita exact hetzelfde is als de eerder door mij gespeelde F1 2011 voor 3DS. Het is helaas niet anders en uiteraard verdient de versie voor Vita ook een eerlijke beoordeling.
Het eerste dat opvalt is dat alles exact hetzelfde is. De menustructuur, de opzet en alle opties. Dat betekent dat we ons opnieuw moeten gaan bewijzen om bij een team aan de slag te kunnen om vervolgens alle grand prix van 2011 te rijden. Naast een volwaardige carrière is het ook mogelijk om losse races te rijden of met time trials je rondetijden aan te scherpen.
Wil je met en tegen anderen spelen dan kan dat zowel lokaal als online. Online ondervond ik dezelfde problemen als op 3DS: er is niemand aanwezig… Na een half uur proberen had ik één tegenstander te pakken die halverwege de race opgaf. Helaas kan ik je niet veel vertellen over deze speelervaring dus.
Als je een Vita hebt en geïnteresseerd bent in de game, staar je dan niet blind op de screenshots. Ze doen de game totaal geen eer aan en zijn erg korrelig. In beweging ziet de game er gewoon prima uit, al kan het in een volgende editie vast allemaal wel wat strakker. Het enige minpuntje is dat er af en toe flinke haperingen verschijnen. Dit gebeurt vooral in scherpe bochten bij de tribunes, misschien dat de developer de Vita nog niet helemaal onder de knie heeft?
Over het algemeen rijdt de game echter prima en ben je vrij snel toch weer druk bezig met het rijden van grand prix. Bijkomend voordeel is dat er nu trophies in de game zitten die je prestatiedrang nog meer aanwakkeren. Zeker de moeilijkere trophies zullen voor veel uitdaging zorgen, want je rijdt echt niet zomaar het snelste rondje ooit op een circuit. De trophies zijn overigens de enige toegevoegde waarde van de Vita-versie. Er wordt verder geen gebruik gemaakt van de unieke features die het apparaatje van Sony biedt. Geen motion controls, geen augmented reality (racen op de A2 anyone?) en het touchscreen biedt niets anders dan het wisselen van camerastandpunten wat ook met een druk op de knop kan. Zelfs het menu moet gewoon met de vierpuntsdruktoets doorlopen worden.
Conclusie
F1 2011 voor PlayStation Vita is helaas de minste versie van alle F1 2011-games. De game rijdt nog steeds wel lekker, maar omdat seizoen 2012 al bijna voor de deur staat, en er toch wat haperingen zijn tijdens het rijden, is het simpelweg niet de moeite waard om geld aan deze game uit te geven. Als je wilt racen op je Vita kun je beter voor WipEout gaan. Hopelijk wordt de volgende game flink aangepakt zodat alles er wat strakker uit ziet en soepeltjes loopt want een racegame moet gewoon zonder stotteren te spelen zijn. [6]