Archive for July, 2012
Beat the Beat
Sinds gamescom 2011 kijk ik al uit naar Rhythm Paradise/Rhythm Heaven die voor de Europese release is omgedoopt tot Beat the Beat. De vier speelbare minigames waren zo leuk en grappig om te spelen dat ik heel snel meer wilde spelen van deze game. Nu de volledige game in de winkels ligt is het tijd om te kijken of de rest van de minigames ook zo leuk is!
Beat the Beat: Rhythm Paradise is een verzameling minigames die gebaseerd is op ritme. De makers van Wario Ware hebben eerder al een DS-versie uitgebracht en nu is er eindelijk een deel voor Nintendo Wii. Hoewel de serie niet erg bekend is bij het grote publiek kent het toch een aardige groep fans en zij kunnen nu dus ook aan de slag op hun Wii.
In tegenstelling tot veel andere minigame-verzamelingen op Wii is Beat the Beat puur te spelen met knoppen en hoef je niet te gaan zwaaien en zwieren. Waarschijnlijk is daarvoor gekozen vanwege de precisie die nodig is om de minigames tot een goed einde te brengen. De opzet van de minigames is steeds zo dat je even kort uitgelegd krijgt wat de bedoeling is, en je vervolgens even kan oefenen. Zodra de oefeningen gelukt zijn, begint de echte test en deze is inclusief een vrolijk melodietje. Vaak wordt het met muziek gemakkelijker, maar er zijn ook wat minigames die juist moeilijker worden omdat de Beat minder duidelijk naar voren komt. Monkey Watch is één van die minigames en voordat ik daar voorbij was zijn er tig Wiimotes door de kamer gevlogen.
Je speelt de minigames allemaal op volgorde wat betekent dat je vast kan komen te zitten als er eentje een keer niet lukt. Dit is behoorlijk vervelend, want als dat gebeurt bij minigame nummer negen en er zijn er vijftig in totaal, mis je behoorlijk wat. Er wordt op zulke momenten behoorlijk wat doorzettingsvermogen van je gevraagd. Aan het eind van een serie minigames volgt de remix met alle minigames uit de betreffende serie door elkaar. Dan mag je het nog eens dunnetjes overdoen. Oefening baart echter kunst en op een gegeven moment lukken zelfs de moeilijkste minigames nog wel. Hoe beter je het doet, hoe hoger je beoordeling wordt op het eind. Mocht je de hoogste beoordeling halen dan krijg je een medaille en daarmee zijn weer extra dingen vrij te spelen.
Tijdens het spelen van alle minigames merk je duidelijk dat de makers van Wario Ware achter deze game zitten. Je doet de meest gekke en vreemde dingen en als je wel iets normaals doet is de hele omgeving waarin je het speelt bizar. Zo is de eerste minigame er eentje waarin je golfballen wegslaat. Nou, prima, niets geks toch? Totdat je merkt dat de ballen aangegooid worden door twee apen en er in de verte een walvis ligt die je moet zien te raken. Een andere minigame laat je doperwten op je vork prikken. Ook niets geks zou je zeggen? Nou, in Beat the Beat wel, aangezien ze door iemand uit de verte jouw richting op geschoten worden. Elke minigame doet of heeft wel iets geks en een groot deel van de charme van deze game zit daarin.
Mijn vriendin riep regelmatig dat Japanners echt gek zijn als we weer een vreemde minigame aan het spelen waren. Hou daar rekening mee als je interesse hebt in de game. Wil je meer ‘normale’ minigames dan kun je beter een Mario Party gaan spelen. Grappig is trouwens dat je de gesproken taal in de game op Japans kunt zetten. Niet dat er veel gesproken wordt, maar ONE TWO GO hoor je zo af en toe wel uit je speakers komen. Opvallend aan de Japanse stemmen is dat ze de timing gemakkelijker maken voor je en soms een fractie van een seconde afwijken van de Engelse. Voor mij persoonlijk is dit de eerste game waarbij ik het voordeel dus aan de originele Japanse stemmen geef. Bizar.
Tot slot is er ook een multiplayer in Beat the Beat verwerkt. Deze speel je na een aantal minigames pas vrij en hierin speel je tegelijkertijd dezelfde minigame. Beiden krijgen een eigen score zodat je kunt zien wie er wint. Toch is het niet puur competitief aangezien de gezamenlijke score gebruikt wordt om features vrij te spelen. Samen spelen is op deze manier extra leuk omdat je samen beloond wordt voor je vertoonde kunsten. Het geheel is echter wel een beetje onder de maat. Zoals gezegd kun je de multiplayer niet direct vanaf de eerste minuut spelen en is het vrijspelen van meer minigames nog trager dan in de singleplayer. Ik begrijp niet waarom je niet direct alle minigames kunt spelen.
Conclusie
Beat the Beat: Rhythm Paradise is uiteindelijk een game die me toch een beetje tegen is gevallen. De meeste minigames zijn erg leuk en toveren een glimlach op je gezicht als je lekker in de beat zit. De minder leuke minigames zijn echter te frustrerend en je hebt soms geen idee wat nou precies het ritme is dat je zou moeten hebben. Natuurlijk zijn er altijd leuke en minder leuke onderdelen in een game, maar als je niet verder kan voordat je een bepaald onderdeel hebt gehaald gooit dit alle fun in één keer overboord. Eeuwig zonde!
Toch is het zeker een game die ik iedereen zal aanraden als hij of zij iets origineels zoekt om te spelen in het genre ritme-, party-, en/of minigames. Het is even wennen, maar smaakt daarna zeker naar meer. [7]
Topoloco
Topoloco komt van het Nederlandse bedrijfje Abstraction Games. Hier kwam ik achter toen ik een code aanvroeg om de game te gaan bespreken en dat vind ik altijd wel leuk. Het schept toch een band, ondanks dat ik zowel het bedrijf als de contactpersoon niet ken verder.
De game heeft als doel om je spelenderwijs wat topografiekennis bij te brengen. Net als dat Brain Training je eerder probeerde slimmer te maken. Beide hebben ook dezelfde doelgroep en je hoeft als hardcore gamer dit ook niet te gaan spelen als je niet voor de kennis gaat. Aangezien de game zichzelf de topografie als hoofddoel heeft gesteld gaan we kijken of de informatie leuk gepresenteerd wordt en of je er ook echt wat van opsteekt.
Je begint elke sessie met de keuze van het continent waarover je wil leren. Europa, Afrika, Noord Amerika, Zuid Amerika en Azië zitten allemaal in de game, Australië en Antarctica niet. Dat het ijzige continent niet aanwezig is kan ik me nog voorstellen, maar Australië? Vreemde keus voor een game die topografie wil doceren…
Als je eenmaal het continent hebt gekozen kun je kiezen tussen oefenen, examen, atlas en instellingen/help. De atlas toont de kaart met de landen en hun hoofdstad. Klik je op een van beide dan krijg je te zien hoe het land of de stad heet en welke vlag erbij hoort. Het examen behandelt alle onderwerpen, lokatie, vlaggen en hoofdsteden. Alle onderwerpen kun je voorafgaande aan het examen oefenen in verschillende oefeningen.
Na wat oefenen, als je denkt dat je klaar bent voor het examen, krijg je 25 multiple choice-vragen die je in vier minuten tijd moet beantwoorden. Aan het eind krijg je een cijfer en weet je of je geslaagd bent of niet. Het stomme is alleen dat je niet te zien krijgt wat je fout hebt gedaan. Stel dat je twijfelde over twee vragen maar je uiteindelijk één fout hebt leer je daar niets mee terwijl je het daarvoor doet. Een ander minpuntje heeft te maken met de precisie van de game. Het is bijvoorbeeld een beetje lastig om de kleinere landen als Luxemburg aan te klikken. Meer dan eens dacht de game dat ik Duitsland koos.
Uiteindelijk is Topoloco niets meer dan puur feiten stampen op een niet zo leuke en handige manier. Er staat bovendien niets tegenover. Geen achievements, vrij te spelen features, of andere zaken die je geboeid kunnen houden. Dat is vrij jammer want voor kinderen heeft een dergelijke ‘game’ wel de potentie om veel te leren. Het mag helaas niet zo zijn.
Conclusie
Topoloco is een niet zo leuke manier om je topografische kennis bij te vijzelen. Het geheel wordt heel taai aan je voorgeschoteld en het is niets meer dan puur feiten stampen. Het voelt te veel als school om leuk te zijn en dat kan niet de bedoeling zijn. Ook de examens zijn niet leuk om te doen met als grootste gemis het ontbreken van de optie om te zien wat je nou precies fout had. De grootste fout van deze software is echter dat het niet volledig is, een compleet continent niet opnemen is onacceptabel. [2]
Sonic 4 – Episode II
Sonic 4 Episode II is het tweede en laatste deel van Sonic 4 dat een terugkeer naar de 2D roots van Sonic zou moeten zijn. De eerste episode werd gematigd positief ontvangen door Wessiej. Heeft SEGA geleerd van de kritiek of is het nog steeds geen must have?
Ik ben eigenlijk helemaal geen fan van Sonic en kom vaak niet verder dan een preview of hands-on op een beurs. De gameplay trekt me gewoonweg niet. Of dit komt omdat ik als achtjarig jongetje een NES met Super Mario Bros. kreeg in plaats van een SEGA Master System met Sonic the Hedgehog weet ik niet, maar ergens speelt het wel mee denk ik. Toch ben ik degene die de review van Sonic 4 – Episode 2 moet/mag doen, misschien verander ik dit keer van mening en kan ik ook eens een egel omarmen.
Het grote selling point van Sonic-games is natuurlijk de snelheid waarmee je door de levels kunt rennen. Ook dit keer is het weer mogelijk om als een razende over het scherm te gaan waarbij je tussendoor ringen verzamelt, vijanden uitschakelt en van platform naar platform springt.
Met een dergelijke snelheid verwacht je ook dat het leveldesign en de camera hierop aangepast zijn. Dit is helaas niet zo. De camera houdt Sonic namelijk aan de rechterkant van het scherm waardoor je te weinig ziet van wat er nog gaat komen. Het leveldesign is daarnaast zo dat er regelmatig obstakels zijn die je niet op volle snelheid kunt nemen. Deze twee punten samen zorgen ervoor dat de snelheid vaak uit de game wordt gehaald.
Nee, Sonic 4 Episode 2 is niet zo tof… Wat ik van het eerder verschenen Sonic Generations gespeeld heb vond ik in ieder geval veel leuker en vlotter. Sommige stukken in de levels werken simpelweg het snelheidsgevoel tegen en dat lijkt me niet de bedoeling. De game is overigens niet slecht, een echte Sonic-fan zal het waarschijnlijk best aardig vinden, het is alleen niet de glorieuze terugkeer naar de tijden van weleer waarmee ze de game op de markt zetten.
Iets dat ik wel erg goed vind zijn de graphics. Een 2D-platformer anno 2012 hoort er zo uit te zien! Het kleurgebruik is met name een onderdeel dat een dik compliment verdient. De game schittert in HD en dat is iets dat Sonic toch mooi heeft bereikt voordat die dikke loodgieter dat lukt!
Conclusie
Sonic 4 Episode 2 zal vooral leuk zijn voor de echte Sonic-fans en zij hebben de game waarschijnlijk allang gekocht en uitgespeeld. Iedereen die twijfelt kan met een gerust hart op zoek naar een andere platformer die toffer en vernieuwender is dan deze blauwe egel. Denk maar eens aan Spelunky voor XBLA of Might Switch Force voor 3DS. Beide bieden meer dan Episode 2 te bieden heeft. [5]
Dragon’s Lair
Soms lijkt het wel alsof er net zo veel games opnieuw uitgebracht worden als dat er daadwerlijk nieuwe games ontwikkeld worden. De meest recente heruitgave van een game die ik gespeeld heb is het enorm oude Dragon’s Lair dat oorspronkelijk in 1983 verscheen op een laserdisc voor de toen hippe arcades. Tegenwoordig download je de game gewoon voor een tientje op je Xbox 360.
Dragon’s Lair is een interactieve tekenfilm waarbij je Dirk the Daring begeleidt in zijn zoektocht naar een ontvoerde prinses. De prinses zit ver weg opgeborgen en wordt bewaakt door een grote vuurspuwende draak en een kasteel vol gevaarlijke monsters en boobytraps. De besturing gebruikt het principe dat we tegenwoordig kennen als QTE (quick time events) waarbij je op de knop moet drukken die in beeld verschijnt. Er zijn vijf mogelijkheden: omhoog, omlaag, links, rechts en aanval. Afhankelijk van de situatie waarin je je bevindt kun je de knop vooraf een beetje raden, maar dat lukt niet altijd. Hierdoor ben je vaak te laat en zul je meerdere keren het leven laten nog voordat je de prinses hebt mogen aanschouwen.
Lukt het je echter wel om hele scènes goed te doen, dan zit je letterlijk naar een interactieve tekenfilm te kijken. Dit is ergens nog wel aardig, ware het niet dat de grafische kwaliteit echt beneden niveau is. Het lijkt meer op een tekenfilm die je vanaf een videorecorder speelt dan een game op een HD-console in 2012.
Oude troep
Zoals eerder al vermeld, komt Dragon’s Lair oorspronkelijk uit 1983 en als je je even verplaatst in die tijdsgeest dan kan ik me voorstellen dat het een legendarische game was. Je speelt gewoon letterlijk een interactieve tekenfilm en dat was nog nooit vertoond. Tegenwoordig stelt het echter geen drol meer voor en wil je dit gewoonweg niet spelen.
Iedere gamer jonger dan 30 zal het namelijk niet leuk vinden vanwege de eentonigheid van de game en iedereen waarvoor het een leuke herinnering kan zijn kan het beter als herinnering bewaren. De gameplay is hopeloos verouderd en het is absoluut niet goed te praten dat je verschillende kamers drie of vier keer moet spelen om de game te voltooien. Dat is goedkoop en kunstmatig verlengen van de lengte van een game. Ik zou in 1983 al woest geweest zijn als ik mijn centen zou moeten uitgeven aan een ‘adventure’ in de arcadehallen waar levels simpelweg herhaald worden.
Kinect
Dragon’s Lair voor XBLA is overigens niet puur een gare overzetting van een te oude game. Er zijn wel degelijk toevoegingen dit keer met als belangrijkste de mogelijkheid om de game via Kinect-besturing te spelen. Helaas (of gelukkig?) ben ik niet in het bezit van deze camera van Microsoft en kon ik dit dus niet testen.
Het enige dat ik er eigenlijk over kan zeggen is dat het me onzettend vervelend lijkt. Met een controller was ik soms al simpelweg te laat en Kinect zou nog trager zijn vanwege de bewegingen die je moet maken. Je arm uitsteken kost nou eenmaal meer tijd dan op een knopje drukken. Het is vast niet zo erg als in Steel Batallion, maar ik ga ervan uit dat het niet lekker werkt. Maar nogmaals, deze besturing heb ik dus niet zelf kunnen testen.
Conclusie
Na een uur of twee had ik de prinses uit de klauwen van de draak gered en had ik de game uitgespeeld. Dit moment geeft in games normaal gesproken altijd een voldaan gevoel. Bij Dragon’s Lair voelde ik me echter bedrogen en de twee uur die ik in de game gestoken heb krijg ik nooit meer terug. Zonde van je tijd, zeker voor de 800 MSP die je voor dit moet neerleggen. Zelfs gratis bij je Kinect zou het nog niet de moeite zijn, we leven immers niet meer in 1983. [1]
Dragon’s Dogma
Dragon’s Dogma is een open world RPG van Japanse makelij en er werken nogal wat bekenden aan mee. Op papier zou het dus één van de tofste games van het jaar kunnen worden voor RPG-fans, maar helaas pakt het niet helemaal goed uit en is de game niet voor iedereen weggelegd.
Over het algemeen zijn er twee soorten RPG’s, Westerse en Japanse. De Westerse RPG’s kennen vaak een grote open wereld met een fantasierijke setting met draken, tovenaars en grote kastelen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan Skyrim die als een blauwdruk voor Westerse RPG’s gezien kan worden. De Japanse RPG’s daarentegen zijn vaak lineair en kennen een turnbased gevechtssysteem. In de hoofdrol zien we vaak jonge mannen aan het eind van hun tienerjaren en de bekendste naam in dit genre is natuurlijk Final Fantasy.
Dragon’s Dogma is wat dat betreft een vreemde eend in de bijt. Het is namelijk een open wereld RPG maar is gemaakt door een Japanse developer. Capcom heeft met een aantal bekende namen in de gameswereld (onder anderen invloedrijke developers van Devil May Cry en Resident Evil) Dragon’s Dogma ontwikkeld. De Japanse invloed zit ‘m dan ook vooral in de gevechten waar we later op terugkomen. In eerste instantie is de opzet dus een Westerse RPG.
De game begint na een zeer uitgebreide character creation in een rustig dorpje dat ineens aangevallen wordt door een draak. Iedereen is in paniek, maar jij pakt je zwaard op en rent als een dolle richting de draak. Helaas voor jou is hij te sterk voor je en neemt ‘ie ook nog even jouw hart uit je borstkas om er vervolgens even lekker van te smullen. Als je weer bijkomt blijk je de Chosen One te zijn en trek je de wijde wereld in om wraak te nemen op deze onvriendelijke draak.
Kies je pionnen
Een draak versla je niet zomaar en alle hulp is natuurlijk welkom. In Dragon’s Dogma komt de hulp van zogenaamde Pawns, zielloze wezens die eruitzien als mensen. Je krijgt één persoonlijke Pawn, en je kunt er nog twee gewone naast inhuren zodat je totaal met vier personages op pad gaat. De Pawns komen uit een andere dimensie jij als Chosen One bent daar mee verbonden. Het geheel is nogal vaag en onduidelijk, maar biedt net genoeg verhaal om het geheel bij elkaar te houden.
Je kunt zelf kiezen welke Pawns je in je team wil hebben en daarmee kun je ook kiezen welke jobs de Pawns hebben. Daar ikzelf een fighter was, en mijn hoofd-Pawn een mage koos ik vaak voor een archer en een fighter om me te vergezellen. Voor mijn gevoel een mooi gebalanceerd team, maar iedereen is vrij in het kiezen van de jobs en Pawns.
De missies die je krijgt tijdens je avontuur variëren van ‘dood X konijnen’ tot ‘onderzoek locatie A’ waarbij de verschillende missies weer kunnen leiden tot meer missies. De missies worden allemaal bijgehouden in je logboek en markers op de map tonen de locatie van je huidige hoofdmissie. Het vervelende is alleen dat het menu niet handig is en dat niet altijd duidelijk is welke missie nou de volgende missie in het hoofdverhaal is.
Bij de volgende afslag, links aanhouden
Er zijn twee menu’s in de game. Via select roep je het itemmenu op zodat je onderweg een healthpotion kunt gebruiken en via start roep je het hoofdmenu op. Via dit hoofdmenu kom je onder andere bij je logboek en de plattegrond van het gebied. Het was makkelijker geweest als de plattegrond direct onder bijvoorbeeld select zou hebben gezeten omdat de kronkelende bospaadjes soms echt een doolhof vormen en je geen idee hebt of je links of rechts moet afslaan op een kruising.
Je hebt ook helemaal geen idee over de afstanden op de map. Hemelsbreed kan het een klein stukje lopen zijn maar je kunt niet echt afsnijden vanwege het gevaar buiten de paden. Op het pad blijven betekent vaak helemaal omlopen. Het ontbreken van een gewone fast travel-optie is een groot gemis. In plaats daarvan moet je aan de slag met speciale kristallen die uiteraard niet voor het oprapen liggen.
Een belangrijk deel van een RPG is uiteraard de combat. In de basis is het ‘gewoon’ een action RPG waarbij je zo vaak mogelijk op X ramt om maar zo veel mogelijk op je vijand in te rammen. Helaas red je het hier niet mee en is zelfs het eerstvolgende dorp niet te bereiken. Verdediging en gestructureerd aanvallen is een echte must voor iedereen die wil overleven. De vijanden vallen vaak in groepen aan en je aandacht moet je verspreiden over alle vijanden aangezien ze allemaal levensgevaarlijk zijn.
In het bos zijn de wilde dieren
Bovendien komt daar nog eens bij dat je vooral niet van het pad moet gaan omdat de vijanden in het bos nog eens vele malen sterker zijn. Natuurlijk liggen 20 meter verderop wel meer goodies dan op de hoofdwegen tussen de dorpen, maar kijk niet vreemd op als je overvallen wordt door een groep wolven die je in drie tellen opgevreten heeft.
Deze hoge moeilijkheid haalt, voor mij in ieder geval, een groot deel van het plezier weg. In een open wereld RPG is het heerlijk om overal heen te kunnen en van de standaard wegen af te wijken om te ontdekken wat de wereld je te bieden heeft. Als je dan telkens in de pan gehakt wordt omdat je twee meter te ver bent gelopen is enorm frustrerend. Natuurlijk horen er her en der grote en sterke vijanden rond te lopen, maar niet zoals in Dragon’s Dogma.
‘s Nachts is het trouwens helemaal erg, dan komen er nog meer gevaarlijke vijanden tevoorschijn en maak je helemaal weinig kans om te overleven. Het is dus erg belangrijk om je missies en reistijden goed te plannen voordat je de veilige dorpen en steden verlaat. Anders wordt het letterlijk je laatste dag in de wereld van Dragon’s Dogma.
Conclusie
In de weken voorafgaand aan de release werd ik steeds enthousiaster over Dragon’s Dogma. De hype werd groter en groter doordat Capcom steeds kleine dingen liet zien uit de game die erg tof waren. Na de demo las ik ook vaak positieve kritieken en ik wist zeker dat Dragon’s Dogma de volgende epische game zou zijn nadat ik eerder The Witcher 2 had uitgespeeld.
Helaas heeft de game niet aan mijn verwachtingen kunnen voldoen. Dit komt misschien deels door mijn eigen hype, maar ook zeker doordat de game zo ontiegelijk hard is voor de gamer. De sterke vijanden en het feit dat je niet altijd voor het donker thuis kunt zijn zorgen gewoon voor een dodelijke afloop. Een ontzettend dubbel gevoel omdat de ideeën van de game uitstekend zijn. Fans van Dark Souls zou ik overigens wel direct aanraden deze game te gaan spelen! [6]
Mighty Switch Force
Mighty Switch Force is een platformgame van WayForward en dat alleen zou al voldoende moeten zijn om de game te kopen. WayForward is namelijk heer en meester in actieplatformers. Ze krijgen nog niet de aandacht die een Nintendo of Naughty Dog krijgt, maar daar komt langzaam verandering in gelukkig. Tot de tijd dat ze triple A-budget krijgen blijven ze vooral bij kleinere games voor bijvoorbeeld Nintendo 3DS eShop.
In Mighty Switch Force draait alles om politie-agente Patricia Wagon die ontsnapte gevangenen moet terugvinden in de zestien verschillende levels. Zodra je alle gevangenen hebt gevonden is het zaak om naar de grote robot te gaan die jou naar het volgende level transporteert. Elk level komt met een par-tijd die je kunt proberen te verbreken als je alle levels gehaald hebt. Een leuke feature die je vaker in platformgames terugvindt om de houdbaarheid te verlengen.
De houdbaarheid van MSF is namelijk vrij gering, het enige minpunt van de game. De levels zijn met zo’n twee minuten wel uit te spelen en aangezien het er maar zestien zijn ben je er zo doorheen. Gelukkig kost de game ook maar zes euro normaal gesproken. Dan is er nog enigszins mee te leven.
Net als VVVVVV en Mutant Mudds is Mighty Switch Force dus ook wat aan de korte kant en leunt het eigenlijk op één enkel trucje. Het trucje is hier de helm van Patricia waarmee je blokken tevoorschijn kan laten komen of juist kan laten verdwijnen. Vaak moet je tijdens sprongen het volgende blok aanzetten om zo steeds verder te geraken.
In de game ren, spring, schiet en wissel je tussen de verschillende blokken. In latere levels kom je meerdere soorten blokken tegen zoals een blok waarmee je gelanceerd wordt of een blok dat van polariteit verandert en juist blijft staan als je wisselt. Hier komt zo nu en dan ook flink wat denkwerk aan te pas aangezien niet alleen jij, maar ook alle vijanden gebruik maken van de verschillende soorten blokken die de game rijk is.
Conclusie
Mighty Switch Force is de zoveelste platformhit voor Nintendo 3DS die je voor een paar euro kunt downloaden. Het is een dikke aanrader voor iedereen die van dit genre games houdt en zo langzamerhand is een 3DS onmisbaar voor iedereen die van rennen en springen houdt. Het feit dat de game relatief kort is mag geen belemmering zijn in dezen. [8]